William Whyte kan worden gezien als pionier op het gebied van onderzoek naar het dagelijkse leven in stedelijke openbare ruimten met behulp van visuele methoden. In de jaren zeventig van de vorige eeuw installeerde hij analoge videocamera’s op gebouwen rondom pleinen in New York City om het gebruik van deze levendige ruimten gedurende weken te kunnen observeren. Al dit filmmateriaal resulteerde in de jaren tachtig in zowel een publicatie als een documentaire getiteld The Social Life of Small Urban Spaces. Het gaf een nieuwe blik op de relatie tussen het ontwerp, het gebruik en het functioneren van straten en pleinen.
Geïnspireerd door dit klassieke en invloedrijke werk maakten masterstudenten Stadsgeografie voor de cursus Public Space and Consumption aan de Universiteit Utrecht in kleine groepen een documentaire over het sociale leven in Utrechtse winkelstraten. Als eerste stap in het proces van analyse werden de fysieke morfologie, functies en inrichting van de straten in kaart gebracht. Als tweede stap vonden, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, gestructureerde observaties plaats. Om een goed idee te krijgen van het straatleven en veranderende straatritmes zijn stromen van voetgangers, fietsers en gemotoriseerd verkeer geregistreerd. Ook werd gekeken naar de diversiteit van gebruikers en gebruik, inclusief lopen, zitten, winkelen, eten en telefoneren. Tijdens deze observaties brachten studenten kenmerkende straatsituaties in beeld met de digitale videocamera’s van hun telefoons.
Per winkelstraat is vervolgens een specifiek thema gekozen als onderwerp voor de documentaire, zoals sociale interactie, gemeenschapsgevoel, gentrificatie, ruimtelijke conflicten en veiligheidsgevoel. Als derde stap zijn de gekozen thema’s nader onderzocht door straatinterviews met bezoekers, bewoners en ondernemers. Deze interviews zijn gefilmd om de belangrijkste bevindingen goed te kunnen onderbouwen en illustreren. Het resulteerde in interessante documentaires van ongeveer 10 minuten, die een goed overzicht geven van het dagelijkse leven in Utrechtse winkelstraten. Omdat we sinds 2017 met deze methode werken, en sommige winkelstraten meerdere keren in beeld zijn gebracht, is bovendien een informatief archief ontstaan met ontwikkelingen in de tijd. Zo zagen we plekken veranderen van autoroutes naar fietsstraten (zie afbeeldingen) en waren de verschillen tussen winkelgebieden voor en na de pandemie ineens heel zichtbaar.
In vergelijking met de bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie is het maken van een documentaire een innovatieve methode van analyse. De masterstudenten hebben zich dan ook met veel enthousiasme op deze opdracht gestort. Qua resultaat waren er uiteraard verschillen wat betreft de kwaliteit van documentaires, vooral in de wijze waarop de verhaallijn, beeld en geluid gezamenlijk een coherent en overtuigend verhaal vormden. Niet alle studenten hadden bovendien ervaring met software die benodigd is voor het maken van een documentaire, maar dat leerden ze snel. De ervaring met software voor ontwerp en vormgeving die sommige studenten met een hbo-vooropleiding konden inbrengen, was ook nuttig.
Het proces van begeleiding was intensief met meerdere momenten van feedback gericht op het veldwerk – van observaties tot en met interviews – en op meerdere stadia van de documentaire – van ruwe tot gepolijste versie. Hierbij waren ook diverse stakeholders, zoals lokale overheid, adviesbureaus en stadmarketing, betrokken. We kunnen concluderen dat het maken van een documentaire, op basis van uitgebreid empirisch onderzoek met observaties en interviews, een diepgaand inzicht geeft in het dagelijkse gebruik van de stedelijke omgeving. In vergelijking met het gebruikelijke onderzoeksrapport, maakt de visualisering van bevindingen tevens het gesprek met het professionele veld, dat verantwoordelijk is voor het ontwerp van de openbare ruimte, makkelijker en concreter. Daarnaast leidt het proces van documentaire maken tijdens de cursus tot meer levendige en gedetailleerde discussies met en tussen studenten.
De tijdsinvestering die door alle betrokkenen is gedaan, is het meer dan waard. Het maken van een documentaire is voor stadsgeografen namelijk een uiterst geschikte en relevante methode van analyse. Het in beeld brengen van het resultaat van analyse vraagt immers om het leggen van concrete verbanden met diverse aspecten van de sociaal-ruimtelijke omgeving van steden – het werk van een stadsgeograaf pur sang. Het visualiseren van bevindingen van empirisch onderzoek stimuleert studenten niet alleen om verbanden met de sociaal-ruimtelijke omgeving van steden te concretiseren. Het geeft ze tegelijkertijd een zeer bruikbaar middel om dat op overtuigende wijze te doen en om zich daarmee verder te ontwikkelen als stadsgeograaf.
Literatuur
Everri, M., Heitmayer, M., Paulius, Y.S., & Saadi, L. (2020). Ethical challenges of using video for qualitative research and ethnography: State of the art and guidelines. In T. Lähdesmäki, E. Koskinen-Koivisto, V.L.A. Čeginskas, & A.K. Koistinen (Eds.), Challenges and solutions in ethnographic research: Ethnography with a twist (pp. 68-83). Routledge.
Fitzgerald, A., & Lowe, M. (2020). Acknowledging documentary filmmaking as not only an output but a research process: A case for quality research practice. International Journal of Qualitative Methods, 19, 1-7.
Whyte, W.H. (1980). The social life of small urban spaces. Conservation Foundation.
Wil je reageren? Je kunt je reactie onder de blog schrijven. Wil je ook een blog schrijven? Mail je idee naar i.c.vanliempt@uu.nl
Bio auteurs
Bas Spierings (b.spierings@uu.nl) en Irina van Aalst (i.vanaalst@uu.nl) werken als stadsgeograaf bij het departement Sociale Geografie en Planologie aan de Universiteit Utrecht. Bas richt zich in zijn onderzoek en onderwijs op de thema’s stedelijke consumptie, detailhandel en openbare ruimten. Irina is coördinator van het masterprogramma Human Geography en publiceert over de nachtelijke stad, veiligheid en openbare ruimten.