Citizen science is sterk in opkomst. Het gaat om wetenschappelijk onderzoek waarin burgers zijn betrokken en vaak een bijdrage leveren aan de dataverzameling. Dit past binnen het huidige debat over maatschappelijke relevantie en impact van wetenschap. Een snelle blik op de literatuur laat het belang daarvan zien: het bevordert een beter begrip van lokale vragen bij onderzoekers en maakt de betekenis van wetenschappelijk onderzoek op lokaal niveau inzichtelijk (Ahmed & Palermo, 2010). Afgelopen jaar hebben wij – docenten van de opleiding Sociale Geografie en Planologie aan de Universiteit Utrecht – in het kader van het Universitair Stimuleringsfonds Onderwijs (USO) een nieuwe bachelorcursus ontwikkeld waarin participatieve onderzoeksmethoden centraal staan.
Werken in de wijk als uitgangspunt
We kozen Lunetten in het zuiden van de stad Utrecht als uitvalsbasis voor onderwijs en onderzoek. Lunetten is een zogeheten bloemkoolwijk uit de jaren zeventig, die nog niet is overspoeld door onderzoekers, zoals bijvoorbeeld Kanaleneiland en Overvecht (zie Kwalon blog van Marielle Zill). Daarnaast boden de kenmerkende ruimtelijke kwaliteiten met veel groen en hofjes gecombineerd met een diverse bevolkingssamenstelling, zoals gezinnen met kinderen, ouderen, vluchtelingen en studenten, voldoende aanknopingspunten voor sociaal-ruimtelijk onderzoek. Gedurende een periode van 9 weken waren we twee dagdelen per week in de wijk, vaak het buurtcentrum of in Social Coffee, een ontmoetingsplek voor zzp’ers en andere bewoners. Zo bouwden docenten en studenten een band op met de wijk, de bewoners en ondernemers en waren we als groep makkelijk herkenbaar en benaderbaar.
Werkwijze
De werkwijze is simpel: studenten starten de eerste week met een verkenning van de wijk, op basis van fotografie, observaties en korte straatgesprekken. Ze identificeren een specifiek thema en stellen samen met betrokken bewoners en buurtorganisaties onderzoeksvragen op, die worden beantwoord door participatief onderzoek. Hoe ervaren bijvoorbeeld jongeren de wijk? Een van de studenten zag in de jaarlijkse wijkmonitor dat 11- tot 14-jarigen vaak last hebben van andere, wat oudere (16+), jongeren! Dit riep een groot aantal vragen op, waarmee studenten en jongeren aan de slag gingen. Er werden focusgroepgesprekken georganiseerd over alledaagse ervaringen op verschillende plaatsen en tijdstippen. In combinatie met de ‘photovoicing’-methode, waarbij jongeren foto’s maken van plekken die ze graag gebruiken of liever vermijden, is er vervolgens een interactieve kaart gemaakt van betekenisvolle plekken. Deze is besproken met andere groepen jongeren: wat ervaren zij en wat zou er moeten veranderen in de buurt? Tot slot hebben een aantal jongeren uit groep 8 van de basisschool zelf een enquête ontworpen en die afgenomen onder klasgenoten om de perceptie van de wijk in beeld te krijgen. De resultaten geven aanleiding voor verder onderzoek met studenten in 2020, maar ook voor het wijkbureau en de gemeente Utrecht.
Reflectie als tool om te leren
Om te leren van het werken in de wijk en de samenwerking met bewoners, ondernemers en buurtorganisaties maakten de studenten wekelijks een vlog. Een kritische reflectie op de bevindingen, het onderzoeksproces en hun eigen rol daarin was het uitgangspunt. Deze vorm bleek een ‘gouden greep’. Zeker voor de docenten die niet elke keer ter plaatse waren, was dit een snelle manier om geïnformeerd te worden over de stand van zaken. Buurtbewoners gaven aan dit een fijne en laagdrempelige manier te vinden om op de hoogte te blijven. Studenten die niet gewend zijn aan reflectie op eigen werk, oefenden dit aan de hand van een aantal gerichte vragen en zagen het opnemen en plaatsen van een vlog bovendien als een additionele vaardigheid.
Ervaringen
Na twee cursussen participatief onderzoek in Lunetten, met verschillende teams van studenten en bewoners, zijn we positief over deze manier van onderwijs geven. Studenten zeggen veel te leren over participatieve methoden en het doen van onderzoek samen met buurtbewoners, die zich op hun beurt gehoord voelen. Als docent is de maatschappelijke relevantie en het experimenteren met verschillende participatieve methoden een meerwaarde. Het geven van onderwijs in de buurt vergt echter wel een investering. Niet alleen het leren kennen van de wijk maar ook het opbouwen van een vertrouwensband en een netwerk met bewoners en organisaties kost tijd. Bovendien is de duur van deze cursus beperkt tot negen weken. De tijd die nodig is om studenten onder te dompelen in een voor hun onbekende wijk en hen ‘los te weken’ uit het reguliere cursus-keurslijf op onze campus De Uithof, is eigenlijk te kort. Deze ‘beperkingen’ nodigen echter vooral uit tot het nadenken over structurele vormen van samenwerking met de wijk en het vinden van de ‘gemene deler’ daarin, en het creëren van een cursusomgeving waarin studenten worden uitgedaagd om hun comfortzone te verlaten. In april 2020 gaan we voor de derde keer van start: wij hebben er zin in!
Literatuur
Ahmed, S.M., & Palermo, A.G. (2010). Community engagement in research: Frameworks for education and peer review. American Journal of Public Health, 100(8), 1380-1387. https://doi.org/10.2105/AJPH.2009.178137
Bio auteurs
Gery Nijenhuis (g.nijenhuis@uu.nl), Irina van Aalst (i.vanaalst@uu.nl) en Stef Dingemans (s.dingemans@uu.nl) zijn werkzaam als docent/onderzoekers bij het departement Sociale Geografie en Planologie aan de Universiteit Utrecht.
Wil je reageren? Of ook een blog schrijven?
Mail je idee naar Ilse van Liempt (i.c.vanliempt@uu.nl)
Reacties zijn hier gesloten.